SV | En zij legden de handen aan haar, en zij ging naar den ingang van de Paardenpoort, naar het huis des konings; en zij doodden ze daar. |
WLC | וַיָּשִׂ֤ימוּ לָהּ֙ יָדַ֔יִם וַתָּבֹ֛וא אֶל־מְבֹ֥וא שַֽׁעַר־הַסּוּסִ֖ים בֵּ֣ית הַמֶּ֑לֶךְ וַיְמִית֖וּהָ שָֽׁם׃ פ |
Trans. | wayyāśîmû lāh yāḏayim watāḇwō’ ’el-məḇwō’ ša‘ar-hassûsîm bêṯ hammeleḵə wayəmîṯûhā šām: |
En zij legden de handen aan haar, en zij ging naar den ingang van de Paardenpoort, naar het huis des konings; en zij doodden ze daar.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En zij legden de handen aan haar, en zij ging naar den ingang van de Paardenpoort, naar het huis des konings; en zij doodden ze daar.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!